Het was dit jaar weer een waar spektakel, de Tour de France. Jaarlijks komen in juli de beste wielrenners ter wereld samen om te strijden om de felbegeerde gele trui. Drie weken lang rijden zij dwars door Frankrijk. Naast een aantal gevaarlijke vlakke etappes met massasprints komt er van alles voorbij. Er is vaak minimaal een tijdrit plus de nodige bergritten.
De editie van 2019 was niet anders. Wat wel opviel aan het rittenschema was dat het venijn in de staart zat. De laatste rit naar Parijs is nagenoeg altijd een formaliteit. Er wordt in het begin geproost op de winnaar. Tenslotte worden er een aantal ronden over een parcours gereden met als einde een massasprint op de befaamde Champs-Élysées.
De laatste drie ritten daarvoor waren echter loodzwaar. Deze voerden door de Alpen met aankomsten bergop, en over het zogenoemde dak van deze tour. Dit lag in deze editie op maar liefst meer dan 2700 meter hoogte. Een enorme hoogte die niet voor iedere renner even makkelijk te verteren is. Toch moest men eraan geloven.
De eerste paar weken waren ook al niet gemakkelijk. Er werd gestart in het Belgische Brussel. Vervolgens waren er in de eerste week veel vlakke etappes. Daar kwam nog een tijdrit achteraan voordat het echte werk in de bergen begon. Als eerste was dit in de Pyreneeën. Voor de Nederlandse Jumbo-Visma formatie begon het allemaal voortvarend. Zij reden gelijk een paar dagen in de gele trui en wonnen de ploegentijdrit. Sprinter Dylan Groenewegen voegde daar nog een etappe zege aan toe.
De strijd om de gele trui
Naarmate de koers vorderde kwam er een beter beeld van wie er om de gele trui gingen strijden. Niet geheel verrassend was dit de winnaar van het klassement van de vorige jaargang, Geraint Thomas uit Wales. Andere kanshebbers tot de laatste week waren zijn jonge Colombiaanse ploeggenoot Egan Bernal, Nederlander Steven Kruijswijk, fransmannen Thibaut Pinot en Julian Alaphillipe en de Duitser Emanuel Buchmann.
Vooral het feit dat de Fransman Alaphillipe ruim een week in de gele trui reed was verrassend te noemen. Sterker nog, hij wist deze bijna vast te houden tot in Parijs aan toe. Slechts een paar ritten voor het einde sneuvelde zijn klassement op merkwaardige wijze. Hij heeft echter wel zijn naam gevestigd in de wielerwereld en laten zien ook voor een klassement te kunnen rijden.
Een verrassend slot
Twee etappes voor het einde raakte Alaphillipe zijn trui kwijt doordat de etappe terwijl deze bezig was gestopt moest worden. Dit kwam door sneeuwval en hagel waardoor de weg deels onbegaanbaar was geworden. De organisatie moest ingrijpen en besloot dat de eindstreep met terugwerkende kracht op de klim die als laatste was gepasseerd gelegd werd. Egan Bernal had hier een aardige voorsprong en kreeg het geel om de schouders. Eerder die dag was de andere Franse hoop, Pinot, al uitgevallen. Door dezelfde weersomstandigheden werd de laatste etappe ook ingekort. Hierin tuimelde Alaphillipe zelfs nog van het podium door nog meer achterstand op te lopen. Bernal kon vervolgens op de laatste dag het geel veilig naar Parijs rijden.